Het aandeelhoudersmodel is eigenlijk niet meer effectief. Het leidt tot grote inkomensverschillen met een groeiend aantal miljonairs en miljardairs en een aandeel werknemers dat niet kan voorzien in de primaire levensbehoeften. Jongeren zonder steun van ouders kunnen nauwelijks nog een woning bemachtigen. Aandeelhouders hebben teveel invloed en beroepen zich op hun eigendomsrecht. Maar zodra een aandeel is aangekocht verdwijnt de echte zeggenschap, waarmee eigendomsrecht slechts wordt beperkt tot ‘ rechthebbende’ op de onderneming. Werknemers zijn steeds hoger opgeleid met goede praktische en theoretische scholing. Alle kennis is gebundeld bij de werknemers, terwijl aandeelhouders nauwelijks kennis hebben van de onderneming. De verhoudingen tussen kapitaal en arbeid zijn behoorlijk veranderd. Medewerkers worden alleen nog gemotiveerd door een coördinerende leider en niet meer door een hiërarchische opererende leider. Het zijn de medewerkers die de werkelijke waarde van onderneming uitmaken.
In tijden van crises, zoals de bankencrisis en de coronapandemie, doen bedrijven een beroep op financiële steun die door de belastingbetalers (waaronder werknemers) moeten worden opgebracht. In tijden van voorspoed gaan de grote winsten naar aandeelhouders zonder stemrecht voor werknemers. Het hoge opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking maakt het mogelijk dat medewerkers verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun eigen leef- en werkomgeving naar eigen vermogen. Voor organisaties en vooral voor ondernemingen betekent dit dat werknemers naar draagkracht mede verantwoordelijkheid kunnen dragen voor de ondernemings- en organisatierisico’s.
Dat kan worden vertaald naar medezeggenschap en stemrecht in de (interne) stakeholdersvergadering voor de werknemers ten aanzien van het organisatiebeleid en – uitvoering via haar vertegenwoordigers, waaronder inspraak in de beloningsverdeling tussen aandeelhouders en werknemers.
Daarmee komt er meer evenwicht in de relatie tussen kapitaal en arbeid. Beide zijn aanspreekbaar geworden voor een duurzame ontwikkeling. Beide staan voor onbepaalde tijd ter beschikking voor de onderneming (in ons Rijnlands denken over de wijze van bedrijfsvoering).
Daarmee staan kapitaal (eigen vermogen) en arbeid (menselijk vermogen) als balansposten op de jaarrekening en past de loonpost niet meer in de resultatenrekening. De relatie tussen kapitaal en arbeid wordt tot uitdrukking gebracht in een gewogen stemrecht dat wordt bepaald door de kosten voor het kapitaal (het dividend) en de kosten voor de arbeid (de loonpost).
De betekenis van dit model is veel groter dat het technisch lijkt. De post menselijk kapitaal is voor de meeste organisaties vrij omvangrijk. Het bedrijfsresultaat wordt keurig verdeeld tussen kapitaal en arbeid. Ook beperkte salarisverlaging wordt mogelijk. Hiermee ontstaat een nieuwe dynamiek die zich steeds aanpast aan de marktomstandigheden voor aandeelhouders en werknemers. Het leidt tot een eerlijker resultaatverdeling tussen kapitaal en arbeid in de onderneming zonder collectieve loonvorming met vakbonden op CAO-niveau.
Bij gebruik op nationaal niveau heeft de dynamiek van aangepaste loonposten een dempende invloed op de inflatie.
Omdat er geen onderscheid meer wordt gemaakt uit inkomen uit arbeid en inkomen uit kapitaal groeit dit model naar een situatie waarin inkomsten uit kapitaal en arbeid gelijk worden belast. door de fiscus (dus alles onder box1).
Dit gelijkwaardigheidsmodel (fox-model) biedt grote perspectieven die nader moet worden onderzocht en uitgebouwd. Een uitdaging voor vele wetenschappers uit verschillende disciplines!